SPOORLIJN 74 - FRONTZATE

Lijn 74 - Diksmuide-Nieuwpoort-Bad.

Vóór 1920 lijn 79 - 56 - 45 - 71 en 76.

Reeds in 1840, vijf jaar na de aanleg van de eerste spoorweg Brussel-Mechelen, doken her en der gegadigden op die concessies van staatswege verkregen voor de bouw van een spoorlijn. Een van de gegadigden was Isidore NEELEMANS. Hij had het tot Directeur gebracht van de soc. An. des Chemins de fer de Gand - Eecloo.
Een belangrijke datum is deze van 31 mei 1863. Op die dag stemde het parlement een wet waarbij de regering toestemming kreeg een concessie te verlenen voor de aanleg van twee spoorwegen:
  1. Kortrijk-Denderleeuw via Oudenaarde en zottegem.
  2. Geeraardsbergen-Nieuwpoort via Waregem, Ingelmunster en Roeselare.
Beide concessies werden bij KB van 1.12.1863 toegekend aan Isidoor NEELEMANS.

schets lijn 74Diverse omstandigheden waren dat de lijn Geeraadsbergen-Nieuwpoort slechts gedeeltelijk zou worden gerealiseerd. Waarop Isidoor NEELEMANS zich wel vastbeet was het traject Diksmuide-Nieuwpoort (een onderdeel van de geplande lijn Geeraardsbergen-Nieuwpoort), met name een vertakking van de bestaande spoorlijn Lichtervelde-Veurne.

Met het oog op de realisatie van voornoemd traject werd op 29 juni 1864 de Soc. An. des Chemins de fer de L’Ouest de la Belgique opgericht.
De pas opgerichte maatschappij kreeg bij K.B. van 16 juli 1864 een - wat - men noemt - aanlegvergunning.

Die spoorweg tussen Diksmuide en Nieuwpoort-Bad bestond uit de spoorlijn 73 en spoorlijn 74 (74 laatste nummer). Spoorlijn 73 liep van Deinze naar Duinkerke over Diksmuide en Kaaskerke (bij Diksmuide) en spoorlijn 74 van Kaaskerke tot Nieuwpoort-Bad.

De lijn kreeg 6 verscheidene nummers toegewezen:
   In 1868: nr. 79            1898: nr.71
       1875: nr. 56            1910: nr.76
       1885: nr. 45            1920: nr.74

De onteigeningen zijn verricht in functie van een dubbel spoor. De onteigeningen betroffen gronden gelegen tussen Kaaskerke en Nieuwpoort, vermits het traject Diksmuide-Kaaskerke reeds in april 1858 in gebruik was als onderdeel van de spoorlijn Lichtervelde-Veurne. Het ontwerp van een dubbelspoor werd nooit gerealiseerd. De spoorlijn was enkelsporig uitgevoerd en werd nooit geëlektrificeerd.

In oktober 1866 werd aangevangen met het leggen van de spoorweg naar Diksmuide. Daar de spoorweg vooral in de polderstreek was, moest er een hoge dijk aangelegd worden voor het plaatsen van sporen. Deze dijk zou van pas komen in 1914 om de vooruitgang van het Duitse leger te stuiten.

Op 31 januari 1868 een ministerieel besluit waarbij toelating werd verleend tot exploitatie van de lijn.

De totale lengte van Diksmuide-Nieuwpoort bedroeg, in precieze cijfers 17.960 meter. Met Diksmuide als eindpunt was er bij de opening van de lijn slechts één stopplaats nl. Pervijze (km 8). Kort nadien Ramskapelle de tweede stopplaats (km 13).

Datum opening: 
   - 10.02.1868 werd de lijn Diksmuide-Nieuwpoort plechtig ingereden en ingehuldigd
   - 10.02.1868:  halte Pervijze. De lijn telde toen slechts één stopplaats (km 8)
   - 01.05.1868:  halte Ramskapelle
   - 15.08.1869:  halte Nieuwpoort-Bad
   - 29.08.1880: opening van het station te Nieuwpoort-Bad
   - 13.02.1888: opening van het station Kaaskerke
   - 11.05.1893: opening van de halte te Booitshoeke (onbewaakte stopplaats)
   - 01.10.1949: opening van de halte te Nieuwpoort (Arkebrug)

kaart 1870

Kaart 1870.

Gedeelte spoorlijn 74 Ramskapelle-Nieuwpoort tot W.O.I.

Ramskapelle.

Drie maanden na de officiële opening van de spoorlijn werd te Ramskapelle een halte opgericht. Het werd waarschijnlijk met een bescheiden station uitgerust (zie aanduiding op de kaart). Het tweede gebouw opgericht op 560 meter van de vroegere halte (in de richting Pervijse) werd het station dat op 1 luli 1886 in gebruik werd genomen, uitgerust met een hellend vlak en een spoor ten behoeve van het goederenverkeer. Per jaar werden 500 tot 600 wagons geladen. Het reizigers verkeer haalde een daggemiddelde van 100.

Een deel van de ruïne werd naderhand geklasserd en is tot op heden een der bezienswaardigheden van het dorp.

knipsel uit kaart 1882 - Station Moreen-burg Ramskapelle  

Eerste station te Ramskapelle.

Station Moreen Burg.

detail kaart 1882

 

Tijdens W.O.I. werd het gebouw, dat ook een telegraafkantoor bevatte bekend onder de afkorting MLA, grotendeels vernield.

Nieuwpoort-Stad.

Het eerste eindstation van de spoorlijn was uiteraard Nieuwpoort. Het was gelegen aan de huidige Astridlaan en ten zuiden van het Leopold II Park. Het ontwerp van het station, opgemaakt door de Soc. Belge de Chemins de fer, werd bij M.B. van 8.3.1867 goedgekeurd. Nog dezelfde maand nl. op 31.3.1867 werd het plan goedgekeurd voor een stalpaats voor de locomotieven.
Op 16.4.1867 volgde een nieuw M.B. waarbij het ontwerp van een gebouw voor ontvangsten (reizigerslokaal) werd goedgekeurd. Hierin was tevens het aanbrengen van een luifel (kant spoorweg) voorzien. Ten slotte volgde er op 31.5.1867 een M.B. waarbij het ontwerp werd goedgekeurd voor de bouw van een goederenloods.

De eerste steen van het station werd gelegd op 23 mei 1867, onder het spelen van de beiaard.

vuurduivel  

De allereerste trein (een vuurduvel) was reeds bij wijze van proef op 29 oktober 1867 het in aanbouw zijnde station binnengereden.

Foto locomotief gebruikt voor de Eerste Wereldoorlog.

De inhuldiging vond plaats toen de eerste trein aankwam op zondag 9 februari 1868. Een stoet van maatschappijen, geleid door de muziekmaatschappij en gevolgd door de stedelijke overheden, begaf zich naar het afgewerkte station om de gebeurtenis te vieren. Op de trein bevonden zich de gouverneur van West-Vlaanderen, de heer Vrambout, de ingenieurs die de spoorweg ontworpen hadden en andere vooraanstaande figuren.

Het station droeg bij aanvang de naam “NIEUPORT”. In 1880, het jaar waarin het station van Nieuwpoort-Bad werd geopend, werd de benaming gewijzigd in “NIEPORT-VILLE” ten einde alle verwarring te voorkomen met het nieuwe station in Nieuwpoort-Bad.

In de rechtervleugel waren het telegraafkantoor (bekend onder de afkorting FNP) en de bagageafdeling ondergebracht. De verdieping van het centrale gebouw deed dienst als woonst van de stationschef.

Sinds 1910 is de Franstalige benaming van het station vervangen door een Nederlanstalige benaming “NIEUWPOORT STAD”.

plan spoorlijn 1914
plan spoorlijn tijdens de Eerste Wereldoorlog

kaart ligging station Nieuwpoort- stad  
stationgebouw   situatie plaats van het statien op huidige kaart
staion Nieuwpoort-Stad voor WOI   staion Nieuwpoort-Stad voor WOI
     
staion Nieuwpoort-Stad voor WOI

 

 

 

 

 

 

 

 

staion Nieuwpoort-Stad voor WOI
  spoorwegpersonneel op het perron  

Station Nieuwpoort-stad

station Nieuwpoort-Stad - sporen

tekening haven  

Bediening der haven.

De haven van Nieuwpoort wordt bediend door de treinen en rangeer-locomotieven der Nationale Maatschappij van Belgische spoorwegen. De doksporen zijn verbonden met de Buurtspoorwegen.

De kaai is volledig bezet door spoorlijn, kranen, loodsen en magazijnen die toebehoorden aan de handelaars. Er werd in 1936 besloten een nieuwe kaai te bouwen die verlenging zou zijn van de bestaande kaai tot aan het Kattesas. De nieuwe kaai was voor de vissers. Men zou de oude kaai uitsluitend aan de handel voorbehoud.

Crombez brengt trein naar Nieuwpoort-Bad.

Op de 21 juli 1864 vertoefde ganse Nieuwpoort in feeststemming. Niet alleen omwille van de nationale feestdag maar hoofdzakelijk naar aanleiding van de inhuldiging van een nieuw ontworpen badplaats. Meteen zat het toerisme, alhoewel nog in zijn kinderschoenen, dank zij de overheid en de lokale bevolking, in de lift.

Een nieuwe - tot hiertoe nooit vermoede - kans deed zich voor om het leven in Nieuwpoort herop te wekken. Het aanleggen van de stoomtram steunde de verwachtingen. De versteking die men in de Hollandse tijd tot stand gebracht had, werden in de jaren 1860 afgebroken. Nieuwpoort was nu een “open stad”. De recessie bleef duren en de bevolking verminderde tot beneden 3000 zielen.
Omstreeks 1890 kan men enkele tekens ontwaren die iets beters beloven voor de toekomst.

Nieuwpoort-Bad werd gesticht in de vorm van een naamloze maatschappij bekend als “La Société de Niieuport Bains” met de Vlaamse toegevoegde naam “De Naamloze Maatschappij van Nieuwpoort Zeebaden”. De stichtingsakte werd ondertekend op het Stadhuis van Nieuwpoort op 21 april 1864.

Nagenoeg alle gronden tussen Nieuwpoort en de Zee behoorden toe aan de weduwe Benoît Crombez van Doornik en lagen op de grond Oostduinkerke. Het stadsbestuur van Nieuwpoort richtte zich tot de Doornikse dame om te vragen of ze aan de nieuwe gestichte maatschappij enkele gronden kosteloos zou willen afstaan. Het betrof enkele duingronden die aan de zee paalden. Men zou er gebouwen oprichten voor de dienst zeebaden. Dit verzoek werd ingewilligd.

Op 21 juli 1864 werd het eerste gebouw “Pavillon des Bains” plechtig ingehuldigd. Op 26 augustus verscheen het Koninklijk besluit dat het inrichten van een dienst voor zeebaden toestond, en dat over een lengte van 500 m langs het strand ten westen van de havengeul. De Inhuldiging van het Pavillion des Bains was iets buitengewoons. Daar men alleen beschikte over een voetpad langs de havengeul om de zee te bereiken werd besloten een waterstoet in te richten. Vooraanstaanden namen plaats in de bevlagde Brugse barge die aan de kaai aangemeerd lag en vertrokken naar zee, waar ze afstapten aan de Duiker. Een groot aantal andere boten volgden. De muziekmaatschappij Sint-Cecilia ging ook mee.

Het doortrekken van de spoorweg tot Nieuwpoort-Bad had plaats in 1869 en dit nieuwe vak werd ingehuldigd op 15 augustus 1869.

inhuldeging spoorlijn te Nieuwpoort-bad

De lijn werd naderhand nog verder doorgetrokken langs de dijk. Dit werd gedaan om het bouwmateriaal bestemd voor het oprichten van de villa’s en andere gebouwen tot op de werkplaats te kunnen voeren. Tijdens de wintermaanden werd deze kustlijn insgelijks aangewend om het overtollige zand dat door de winden aangevoerd was weg te nemen en naar het binnenland te brengen.

kaart 1870 met station Nieuwpoort-Bad   kaart 2012 met station Nieuwpoort-Bad

Men diende tot in 1880 te wachten op de bouw van het stationsgebouw.

  station Nieuwpoort-Bad straatkant  
station Nieuwpoort-Bad peronkant   station Nieuwpoort-Bad peronkan

De nieuwe terminus van de lijn Diksmuide-Nieuwpoort-Bad was van hetzelfde type als dit van Nieuwpoort-Stad , met dien verstande dat het centraal blok slechts drie vensters voorkwamen. De station gelegen nabij de IJzermonding, ten oosten van de “Avenue Franҫoise” , was uitgerust met een draaischijf van 13.5 meter diameter en een waterpomp voor de stoomlocomotieven. Nieuwpoort-Bad was geen zelfstandig station, vermits het afhing van Nieuwpoort-Stad.

Aan het station was ook een telegraafkantoor verbonden, bekend onder de naam FNA.

Het belang van Nieuwpoort-Bad nam steeds meer toe. Vandaar het ministerieel besluit van 24.10.1885 waarbij met ingang van 1 februari daaropvolgend Nieuwpoort-Bad een zelfstandig station werd.

  - 31.12.1903:   sluiting van het station Nieuwpoort-Digue
   - ---.--- .1911:   sluiting van het station Nieuwpoort-Dunes

Treingidsen.

treingids 1875

uurtabel 1881

treingids 1885

treingids 1898

treingids 1910

treingids 1914

KW 2 februari 2018

kranten artikel inhuldigeng herdenkingpal